Schutterij Sint Lucia Horst
Horst aan de Maas is op 1 januari 2001 ontstaan uit een vrijwillige fusie van de gemeenten Broekhuizen, Grubbenvorst en Horst. De nieuwe gemeente is gesitueerd in Noord-Limburg tussen de stedelijke centra Venlo en Venray en bestrijkt het landelijk gebied van Peel en Maas. Per 1 januari 2010 is deze gemeente uitgebreid met de kerkdorpen Meerlo, Swolgen en Tienray en de complete gemeente Sevenum.
Het gehele gebied omvat bijna 13.000 hectare. Het gaat hierbij om een plattelandsregio, want liefst 96% van deze oppervlakte bestaat uit buitengebied. De twee belangrijkste economische pijlers van de regio zijn: de agri-business en de toeristisch-recreatieve sector.
Gedurende de tachtigjarige oorlog zijn de Noord-Limburgse Maasdorpen meestal Spaans gebleven. Wel is tussen 1572 en 1646 regelmatig en soms hevig in deze streken gevochten. Voor het herstelde slot Gribben kwam in 1586 de genadeslag, toen Spaanse troepen onder Parma het kasteel bestormden en het tot een "gebroken slot" verwoestten. Pas na 1814 is de gemeente Horst bij de Nederlanden gekomen.
De regio Zuidoost-Nederland is in oppervlakte het grootste tuinbouwgebied van Nederland; qua productie komt deze regio op de tweede plaats. De ruim 750 agrarische bedrijven in de gemeente Horst aan de Maas vormen een belangrijk aandeel binnen dit potentieel. Een groot aantal Horster instituten op het gebied van onderwijs, voorlichting en onderzoek vormt een agrarisch netwerk dat de agrarische ontwikkelingen op de voet volgt en daarop vooruit loopt. Binnen de genoemde 750 agrarische bedrijven valt met name het aandeel van de glastuinbouw, de champignonteelt en de boomteelt op. Het projectvestigingsgebied voor glastuinbouw Californïe biedt volop aantrekkelijke mogelijkheden voor glastuinbouwbedrijven.
Binnen het aanbod van industriële bedrijven vormen de toeleverende en verwerkende bedrijven ten behoeve van de agrarische sector een belangrijk aandeel. Het bedrijventerrein Hoogveld in Horst is aangewezen als bovenregionale vestigingslocatie voor agrotechniek. Uitbreiding van dit bedrijventerrein is op korte termijn voorzien (Hoogveld-oost en Melderslosche Weiden).
Van Sint Lucia Broederschap tot Schutterij te Horst
De Sint Luciabroederschap te Horst wordt al genoemd in 1479. In dat jaar stichtte de familie Van Crommentuyn in de kerk van Horst een altaar toegewijd aan de H. Lucia, waaraan wekelijks een mis moest worden gelezen. De met deze taak belaste priester werd benoemd door de meesters van het Sint Luciagilde. Het beeld van Sint Lucia, daterend uit het laatste kwart van de vijftiende eeuw en toegeschreven aan de “Meester van Coudewater”, een beeldhouwer uit
’s-Hertogenbosch, is nu nog in de kerk aanwezig. Uit akten over de stichting van het altaar, kan worden opgemaakt dat het Sint Luciagilde al in 1479 bestond. Veel ouder zal het niet geweest zijn. Het ligt wel voor de hand dat deze laatmiddeleeuwse broederschap werd voortgezet in het zeventiende eeuwse Sint Luciaschut.
Parallel daaraan ontwikkelden zich in de Horster Heerlijkheid nog een aantal schutterijen. Bekend zijn “de gilden en de schutterije van Sinte Sebastianus”. Vroegste vermelding vinden we in 1587. Ze werd opgericht door Walraven van Wittenhorst. Het gilde bood hem militaire steun. Dan was er nog “de Alde Schut”. Een document uit 1647 spreekt van een reglement, ook weer verleend door de Heer van Horst. Van een patroonheilige wordt niet gesproken. Tenslotte komen we in de annalen nog “de Jonge of Onze-Lieve-Vrouweschut” tegen. Baron Willem Vincent van Wittenhorst bekrachtigt in 1662 daartoe het reglement. Deze drie broederschappen verdwijnen in de nevelen van het verleden, voor en na de Franse Tijd.
Na een periode van burgerwachtplicht, door Willem I na de Franse Tijd in 1827 ingevoerd, kwam het oude schuttersgilde tot nieuw elan. In 1898 werden oude tradities voortgezet onder de naam van de pas gekroonde jonge Wilhelmina. Samen met de Koninklijke Harmonie van Horst en het Horster Mannenkoor, luisterde Schutterij Wilhelmina de feestelijkheden op rond de kroning van de nieuwe koningin. Bij de viering van de 500-jarige Horster traditie van broederschappen en jaarmarkten, werd het initiatief genomen om de oude benaming van Sint Lucia in ere te herstellen.
Nieuw elan betekende ook nieuwe initiatieven. Oude historie herleeft in de nieuwe tijd. Schutterij Sint Lucia is daarom begonnen haar geschiedenis toegankelijk te maken voor geïnteresseerden op de website en in een boekje “500 Jaar op de Schuttersweide”. Verder werd door de schutterij de broederschap Sint Lucia opgericht, ter ondersteuning van de band met de Horster gemeenschap. In het kader van het Koningsschieten organiseert de broederschap de wedstrijd om de eretitel “Broederschapskoning”. Met hun medewerking werd ook het altaar van Sint Lucia in de dekenale kerk in ere hersteld en op of rond 13 december viert de schutterij ieder jaar het Sint Luciafeest. Voorafgaand daaraan haalt de schutterij het “licht” bij haar lichtkoningin in de eeuwenoude Luciakapel aan de Afhangweg en brengt het naar de dekenale kerk, om de schutterijkaars bij het Lucia-altaar te ontsteken. Aan de Reulsberg staat op de schuttersweide voorts een fraai opgeknapt clubgebouw. Twee mooie schuttersliederen worden op hoogtijdagen ten gehore gebracht. Het trotse “Weej zien de Horster Schuttereej” en het romantisch welbekende “Santa Lucia”. De banden met verenigingen en buurtverenigingen worden elk jaar aangehaald.
Zo is de viering van een eeuwfeest in Horst aanleiding geworden het verleden opnieuw te koesteren en nieuwe impulsen te geven.